Aanbod
Sionsweg 42-44
Onze panden

Sionsweg 42-44

Monumentstatus: geen
Beschermd stadsgezicht: geen
Bouwjaar: 17e eeuw
Aangekocht:  2022
Restauratie: 2023 – 2024
Betrokken partijen:
TPAHG Architecten & Jurriëns

Sion is de naam van een voormalig klooster en buitenplaats in de Hoekpolder. Het gebied wordt begrensd aan de oostzijde door de Prinses Beatrixlaan, aan de west- en zuidzijde door de Sionsweg en De Kastanjewetering die tevens de gemeentegrens met Delft vormt. Aan de noordzijde wordt het gebied begrensd door de E30-rijkssnelweg. Op de restanten van het 15e-eeuwse klooster Sion werd in de 17e-eeuw een grote buitenplaats gebouwd die in de 19e-eeuw geheel is afgebroken. In de structuur van het gebied zijn nog wel de contouren van het landgoed afleesbaar. Ook de hekpalen aan de Sionsweg bij de brug over de Spieringswetering, de omgrachting, de Kitswoning aan de Van Rijnweg en het vroegere koetshuis herinneren aan de vroegere buitenplaats. Na de teloorgang van de buitenplaats heeft Sion zich ontwikkeld tot een tuinbouwgebied met veel kassen en tuinderswoningen.

Stadsherstel Den Haag heeft het koetshuis van de voormalige buitenplaats Sion gekocht in december 2022. In samenwerking met de vorige eigenaar, de gemeente Rijswijk, is bouwhistorisch en archeologisch onderzoek gedaan. De bouwsporen van het koetshuis zijn uitvoerig in beeld gebracht en het archeo-onderzoek bevestigde dat muren rondom het koetshuis die zijn afgebeeld op 18de eeuwse prenten er ook daadwerkelijk zijn. Dat is een spannende conclusie omdat je daardoor kan aannemen dat de rest van die prent ook klopt. Dan zou er naast het koetshuis een boomgaard geweest zijn en op later datum ook nog een bouwwerkje aan de tuinzijde. De cour was natuurlijk leeg zodat koetsen goed konden manoeuvreren. Bij archeologische opgravingen zijn overigens ook de fundamenten van het hoofdgebouw teruggevonden.

Stadsherstel Den Haag wil het oorspronkelijke dubbel zadeldak terugbouwen om het verhaal van de buitenplaats in de 18de eeuw te kunnen vertellen. Aan de binnenzijde wil zij de indeling van eind 19e/20ste eeuw behouden om ook die bouwlaag in de geschiedenis van de buitenplaats zichtbaar te houden. Qua herbestemming is Stadsherstel Den Haag met een mogelijke huurder in gesprek na een uitvoerig haalbaarheidsonderzoek waarin verschillende functies onderzocht zijn. Met TPAHG Architecten wordt een plan uitgewerkt. De ruimte rondom het koetshuis wordt voorts opnieuw ingericht in afstemming met het groenproject van de gemeente Rijswijk op de voormalige naastgelegen cour van de buitenplaats. Indien mogelijk worden de waterputten die recent zijn gevonden ook weer voor bevloeiing van de groenaanleg werkend gemaakt. We hopen in 2024 vergunning te krijgen voor de restauratie en herbestemming.

BOUWHISTORISCH OVERZICHT

Hieronder volgt de tijdlijn van de buitenplaats die gebaseerd is op bouwhistorisch onderzoek:

1433 – 1572

Het middeleeuwse klooster is gevestigd in 1433 in het ambacht Rijswijk door de reguliere kanunniken van Delft. Het klooster Sion is in 1572 door de stad Delft afgebroken vanwege een dreigend Spaans beleg tijdens de 80-jarige oorlog. Bij archeologische opgravingen zijn de fundamenten van het klooster teruggevonden.

1612 – 1667

Na de 80-jarige oorlog worden de landerijen van de “bruers van Syon” door de Staten van Holland verkocht. Het kloosterterrein van ca. 4,2 ha. komt in eigendom van Cornelis van Soutelande, die er een boerderij heeft. Zijn erfgenamen verkopen het bezit in 1612 aan Symon Jacobz Van der Marck; ‘een woning en landen als huys, burch, schuur, boomgaerd, planten en geboomte, groot 5 morgen, genaemt Syon’. In 1643 wordt de hofstede Sion voor fl. 4.000 verkocht.

1667 – 1679

In 1667 laat de medicus mr. Leonard van Hogendorp naast de hofstede een herenhuis bouwen. Tussen 1674 en 1679 brandt dit herenhuis af.

1679 – 1710

In 1679 komt landgoed Sion in handen van mr. Gerard Putmans, burgemeester van Delft. De bezitting omvat op dat moment ‘de hofstede met de huysinge (hoofdhuis), camers en stallingen en het overblijfsel van ’t sierlijke huis, met al de boomgaarden, tuinen en landen daaraan behorende en al de andere bomen, singels en elsthout, groot 34 morgen, 3 hond en 30 roeden’. Putmans sloopt alle gebouwen en bouwt een nieuw herenhuis met fraai aangelegde tuinen in barokstijl en waterverbindingen.

1710 – 1800

Na 1710 breekt een bloeitijd van het landgoed aan met de aankoop door de Rotterdamse regent Gijsbert van Hoogendorp. Hij laat het landgoed herinrichten en het plein voor het herenhuis verplaatsen richting de Noordhoornsewatering, destijds ‘de Sweth’ geheten. Op een plattegrond van de buitenplaats uit 1710 staan nog geen bijgebouwen of koetshuis aangegeven. Op een kaartblad van het Hoogheemraadschap van Delfland uit 1712 door N. Cruiqius, staat de gewijzigde situatie van het landgoed getekend. Zichtbaar zijn de plattegronden, het landhuis en de bijgebouwen aan de noord- en zuidzijde van het voorplein. In 1746 wordt onder andere geschreven “Het huis pronkt met een fraai toorentje dat ten dake uitrijst en een aanzienlijken voorhof, waaraan ter wederzijde de stalling en de hovenierswoningen staan, die twee welgeregelde vleugels uitmaaken”.

1800 EN VERDER

Tot 1800 blijft het landgoed in bezit van de familie Van Hoogendorp. Vanaf die tijd raakt Sion in verval. Het huis wordt afgebroken en de grond verkaveld. Op de kadastrale minuutkaart uit 1811 wordt het hoofdgebouw al niet meer weergegeven. De buitenplaats werd tuindersgebied en het koetshuis bestond uit 2 woningen. Het heeft meer dan 10 jaar geleden leeg gestaan en nu gaat Stadsherstel Den Haag het vervallen vergeten monument redden.

DENDROCHRONOLOGISCH ONDERZOEK

Om meer zicht te krijgen op de bouwchronologie heeft Stadsherstel Den Haag opdracht gegeven voor Dendrochronologisch onderzoek, houtdatering. Hierbij zijn 6 stalen genomen van de balklaag in de 1e verdiepingsvloer. Deze 6 stalen zijn zuiver uit dezelfde houtsoort en periode. Eén staal met “wan” geeft een exact eindjaar, het jaar 1655. Het is een hele fijne kwaliteit grenenhout. Langzaam gegroeid en met veel jaarringen. Daaruit volgt dat de bomen waar de balken van gemaakt zijn, afkomstig zijn uit een oerbos. De herkomst van het hout is Zuid-Noorwegen, een iets noordelijker gelegen gebied boven Kristiansand.

Van de 2 kapspanten zijn 4 stalen genomen. Deze stalen zijn van mindere kwaliteit en met zekerheid niet uit dezelfde bouwperiode als de verdiepingsvloer. Het balkhout wat gebruikt is voor de kapspanten is diep gekantrecht en heeft brede jaarringen. Daardoor is een exacte datering helaas niet mogelijk. Wel kan worden aangenomen dat het gebruikte hout in de periode tussen 1790 en 1860 naar Nederland is gekomen. Dit hout is typisch voor Litouwen/ Wit-Rusland en voor Polen. Dit gebied werd bevaren in de eerste helft van de negentiende eeuw. Zo ongeveer tot 1860 (Borghaerts, Houtstromen-Binten, Bossen en Boerderijen, 2021). Daarmee valt met vrij grote zekerheid aan te nemen dat dit hout uit die periode stamt. Conclusie: de huidige kap is niet logisch is voor een 17e-eeuws koetshuis.

Bouwhistorisch onderzoek

Bent u benieuwd naar het bouwhistorisch onderzoek? Deze vindt u hier!