Aanbod
Breedstraat 124-126
Onze panden

Breedstraat 124, 126 en 126A

Monumentstatus: geen
Beschermd stadsgezicht: geen
Bouwjaar:
Aangekocht:  2007
Restauratie:
Betrokken partijen:

Sinds 2007 is het pand in bezit van Stadsherstel Den Haag. Maar de historie van het pand begint al geruime tijd eerder.

Het pand is gelegen in de buurt Kortenbos, dit was één van de oudste onderdelen van het dorp ‘Die Haghe’. Het was een landelijk gebied. In de 14e eeuw was de Breedstraat nog niet aanwezig, maar de percelen vormden ongeveer de grens van Den Haag op dat moment. Aan het begin van de Breedstraat lagen de hofsteden van Claas Gerrit Doedenzoon en Claas van der Meer. Straten als de Geest en het Slijkeinde waren al aanwezig en vormden een middeleeuwse ringweg rond een boerennederzetting. In de 2e helft van de 17e eeuw kwam het gebied langzaam tot ontwikkeling. In de 18e en 19e eeuw ontstond hier een levendige volkswijk met veel goedkopere woningen. Advertenties laten zien dat hier aan het eind van de 19e eeuw veel dienstboden en werkers woonden. De naam Breedstraat dankte de staat uit het feit dat deze breder was dan de naburige straten. Veel straten in Den Haag hebben ooit de naam Breedstraat of Nieuwe Breedstraat gehad.

In 1893 werd de vergunning aangevraagd voor de bouw van een ‘winkelhuis met twee bovenwoningen’. Op de begane grond kwam een winkel van W. Mulder ‘zaak in hoeden en petten, alsmede pelterijen’. Hoewel beide bovenwoningen gelijktijdig werden gebouwd is de indeling niet hetzelfde. Woning 124 had op de verdieping een voorkamer, alkoof en woonkamer met keuken in een aanbouw. Op de zolderverdieping was een slaapkamer en een zolderruimte. Woning 126 was iets kleiner omdat deze geen aangebouwde keuken had. De eerste verdieping bestond uit een voorkamer en slaapkamer en op de zolder waren twee slaapkamers en een kleine zolderruimte. De zolderruimten waren waarschijnlijk toegankelijk via een trap die boven het trappenhuis tussen begane grond en eerste verdieping lag.

In 1933 werd de indeling geheel vernieuwd. De trappen tussen eerste en tweede verdieping werden verplaatst en kregen meer grandeur. De winkel op de begane grond kreeg de functie van garage. De voorgevel ter hoogte van de begane grond werd voorzien een garagedeur en de rest van de gevel werd bepleisterd. De tuin aan de achterzijde werd voorzien van een aanbouw. Voor voldoende lichttoetreding (en ventilatie) werd hier een grote lichtkoepel geplaatst. Beide bovenwoningen kregen nieuwe voordeuren en uit bouwtekeningen blijkt ook dat de trappen van begane grond naar de verdieping werden vernieuwd.

In de jaren ‘70—’80 zijn de woningen ingrijpend verbouwd en uiteraard door Stadsherstel ten tijde van de aankoop weer gemoderniseerd.